Hoe je je teckel goed voedt: veelgemaakte fouten en tips van experts

Een teckel mag dan klein zijn, maar vergis je niet: zijn eetlust is gigantisch. Die ogen, dat smekende snuitje aan tafel… ja, ik weet het, het is moeilijk om nee te zeggen. Maar eerlijk? De voeding van je teckel bepaalt alles: zijn energie, zijn gewicht, zijn gezondheid, zelfs zijn humeur. En veel baasjes doen – zonder het te willen – een paar foutjes die zich later wreken.
Ik heb het zelf ook meegemaakt met mijn eerste teckel, Bruno. Altijd dat ene extra hapje, dat restje kaas, dat stukje worst. Tot de dierenarts me vertelde dat hij eigenlijk al “een paar kilo te veel liefde” had gekregen. Sindsdien ben ik me gaan verdiepen in wat écht goed is voor dit ras. Een bron die ik zelf interessant vond, met veel achtergrondinfo over dieren en hun gewoontes, is https://cartersvillemagazine.com. Daar vond ik handige inzichten over balans en gezonde voeding bij huisdieren in het algemeen.
1. Te veel (of te vaak) voeren
De klassieker. Veel teckels zijn onverzadigbaar. Ze eten alsof het hun laatste maaltijd is. En omdat ze zo klein zijn, komt elke extra brokje hard aan. Hun rug en gewrichten zijn niet gemaakt om overgewicht te dragen. Een paar honderd gram extra lijkt niks, maar geloof me, voor hun wervelkolom is het een ramp.
Pro tip: verdeel de dagelijkse portie in twee maaltijden – één ’s ochtends, één ’s avonds. Zo blijft zijn energie stabieler en gaat hij minder bedelen.
2. “Menselijk eten” geven – uit liefde, maar toch fout
We doen het allemaal wel eens. Een stukje kaas, wat pasta, een lik yoghurt. En die blik van dankbaarheid… onweerstaanbaar. Alleen: veel menselijk voedsel bevat zout, vet en kruiden waar een teckel niet goed tegen kan. Zelfs iets ogenschijnlijk onschuldigs zoals ui of knoflook kan giftig zijn voor honden. Echt waar.
Als je hem iets extra’s wilt geven, kies dan voor gezonde snacks. Een stukje wortel, appel (zonder pitjes!), of speciale hondensnoepjes met weinig vet doen het ook prima.
3. De verkeerde brokken kiezen
Niet elke hondenbrok past bij een teckel. Hun lichaamsbouw is uniek: lang lijf, korte pootjes, gevoelige rug. Ze hebben voeding nodig die rijk is aan eiwitten, maar niet te vet. Sommige merken hebben zelfs formules speciaal voor teckels, met extra glucosamine en chondroïtine voor hun gewrichten. Slim, toch?
Let ook op het formaat van de brokken. Te grote brokken kauwen ze moeilijk, te kleine schrokken ze in één keer naar binnen. En een schrokkende teckel… dat eindigt soms met winderigheid of erger.
4. Te weinig beweging = te veel energie over
Je kunt nog zo’n perfect voedingsschema hebben, als je teckel niet genoeg beweegt, stapelt de energie zich op. En die kleine worsthondjes zijn verrassend actief! Een halfuurtje wandelen is niet altijd genoeg. Laat hem snuffelen, graven, rennen achter een balletje. Hoe meer hij beweegt, hoe beter zijn spijsvertering werkt – en hoe vrolijker hij is.
5. Water, het vergeten element
Klinkt logisch, maar veel baasjes vergeten het: vers water is cruciaal. Een teckel met droogvoer moet altijd schoon water hebben. Niet één keer per dag, maar meerdere keren verversen. Want ja, ze zijn kieskeurig – ik heb er één die gewoon weigert te drinken als het water niet vers is.
6. Elke hond is anders
Misschien eet jouw teckel sneller dan die van de buren. Of heeft hij een gevoelige maag. Dat is normaal. Probeer eens verschillende merken of vraag advies aan je dierenarts. Noteer hoe hij reageert: glanzende vacht, normale ontlasting, veel energie? Dan zit je goed. En geloof me, na een paar weken zie je het verschil.
Conclusie: eten is liefde, maar wel slimme liefde
Voeding is niet gewoon vullen, het is verzorgen. Je teckel vertrouwt op jou om de juiste keuzes te maken. Geef hem wat hij nodig heeft, niet wat hij wil (hoe moeilijk dat ook is als hij je aankijkt met die blik). En als je twijfelt, praat met een expert of verdiep je in betrouwbare bronnen. Want een gezonde teckel is een blije teckel – en dat merk je elke dag aan zijn kwispelstaart.